Een jaar is het geleden sinds ik er vertrok. Geen afscheid, maar tot weerzien zei ik tegen mezelf. Omdat een afscheid ondenkbaar was.
De eerste keer dat ik er voet aan wal zette, bezorgde de zonsondergang me tranen. Het eiland had me verroerd, geraakt, ontwaakt.
Het tweede bezoek bezorgde me rust en yoga; vele ontmoetingen, herinneringen, plezier en onvergetelijke momenten. Toen ik vertrok had ik zin om de rest van de wereld te zien, er wachtten mij immers nog zoveel avonturen! En o, wat was dat waar! Ik keerde terug naar België lichter maar rijker en tegelijk zwaarder maar armer. In figuurlijke zin, want India heeft me moed, zweet en tranen gekost…
En nu, bijna 1 jaar later, roept het eiland mij weer. My one happy island, mi dushi Aruba! Nog 5 weken en we worden weer herenigd! Ik kijk al uit naar onze sessies ochtendyoga op het strand, de fietstochten achternagezeten door blaffende honden, lachen en gieren met de Velacrew, surfen, yoga op het water, mediteren bij zonsondergang, pinkhour, snorkelen en duiken, de zon die mijn huid kust en het Caraïbische windje dat mijn lichaam streelt. Zand tussen de tenen. Bruine benen. Zoute lippen, klitten in m’n haar om van te flippen.
…o dierbaar België, je hoeft niet te treuren. Ik ga slechts overwinteren, verhuizen gaat niet gebeuren. Want thuis is waar mijn bedje staat. En mijn bedje blijft in de Ravenstraat.